Zijn hart bonsde. Hij was er zeker van dat hij de deurknop had zien bewegen. Hij stond verstijft aan de grond genageld. Kom op Joris, je kan er best tegenop. Zwetend liep hij naar de deur en trok hem open. Voor zich stond een keurig geklede vrouw met een grote glimlach op haar gezicht, ongeveer 48 dacht Joris. ´Hallo, jij bent vast Joris, ik ben de moeder van Kelsey, leuk je te ontmoeten.´ Zei de vrouw. ´Eeeh......  ook leuk om uw te ontmoeten.´ Antwoordde Joris, ´Kom binnen.´  Wat moest hij anders zeggen? De vrouw wankelde naar voren en gaf hem een hand. ‘hoe is het met ‘mijn Kelsey’ en jij??’ Begon de vrouw. Ik begon te blozen. Kelsey en hij hadden nu een maan verkering, en ze konden niet van elkaar afblijven. In zijn dagdromen liep hij samen met haar door een prachtig park omringd door mooie groene en frisse bomen. Toen hij bleef staan, bleef zij ook staan. Hij legde zijn armen in haar nek, en zij deed hetzelfde. Ze keken elkaar een keer innig aan. Ze kwamen dichterbij, steeds dichterbij, tot hun monden elkaar raakten… maar hij werd verstoord door de moeder. ‘Pardon? Woon je hier alleen?’ Vroeg ze. ‘Ja? Wat is daar mis mee.’ Vroeg Joris achterdochtig….. Zijn HTC mobiel ging . ‘Momentje.’ Zei hij tegen de vrouw en hij nam op. ‘Met Joris. Eeey lieverd, hoe-is-ie, ik mis je heel erg!’ ‘Heeeey schat, ik mis jouw ook, kan ik naar je toekomen?’ Vroeg ze. Ik wierp een blik op de vrouw die geduldig om zich heen keek. ‘Ik kom zo snel mogelijk naar je toe, ik moet nog even met je moeder afspreken.’ ‘Is mijn moeder bij jouw?? Ze zei dat ze naar de supermarkt ging, waarom zal ze daar over liegen?’ Zei Kelsey. ‘Vreemd ik zal het ook niet weten, maarja, bye, tot zo lief, xxx.’Antwoordde ik. ‘Bye lief, xjes.’ Ik drukte Kelsey weg en richtte me weer op de vrouw. ‘Eeeeh…  mevrouw… ik moet eigenlijk weg, naarre…. de.. de… de sportschool.’ Stotterde ik. Het leek  hem beter om niet te zeggen dat hij Kelsey belangrijker vind dan haar moeder. ‘Haha, zeg maar gerust dat je naar Kelsey gaat hoor, ik snap dat je je niet zo gemakkelijk voelt dicht bij de moeder van je geliefde.’ Zei de moeder. Joris keek haar ongelofelijk aan. Kon zij zijn gedachten lezen? Ik liep wantrouwend naar de deur. Hij deed de deur open en gebaarde dat ze weg mocht gaan. De vrouw keek hem aan en liep de deur uit. Hij pakte de deur sleutel en liep ook de deur uit. Toen hij buiten was ademde hij frisse lucht in. Zijn zwetende handen werden minder en hij deed de deur op slot. Hij liep richting Kelsey’s huis en kwam daar door een parkje. Daar droomde hij weer even weg. Samen liepen ze door dit park hand in hand, iedereen wees hun na of zeiden ‘’Wauw! Wat een stel’’ of  ‘’Die hebben geluk!’’ Ze liepen gewoon door alsof er niks aan de hand was en toen kwam er een gedeelte in het bos waar niemand was. Er stond een klein fonteintje bij. Er stroomde een plasje water doorheen. Kelsey’s licht gekleurde lippen glansde uitbundig. Hij pakte haar heupen vast en begon haar innig te zoenen. Hij dwaalde weer terug in de echte wereld. Er stond een strak blond meisje voor zijn neus die duidelijk met  hem flirtte. ‘Wauw jij bent mooi, kom je met me mee naar huis, kom je met me mee.’ En nog meer geblablabla. Hij liep langs haar en gaf haar een schop, per ongeluk-expres. ‘Ow sorry, het ging per ongeluk.’ Zei Joris overdreven sarcastisch. ‘AAH! Jij ben zo, zo, zo achterlijk! Loser, daar praat ik niet mee!’ Zei ze en ze liep met haar handen in haar zij weg. ‘Trut.’ Mompelde Joris. Het meisje draaide zich om, ‘Wat zei je daar?!’. ‘Dat jij het achterlijkste kind bent dat er bestaat!’ zei Joris kalm maar op een een of andere manier toch erg uitdagend. Het meisje sperde  haar ogen open. ‘WAT?! IK EEN TRUT?! ACHTERLIJK MENS DAT BEN JE ZELF!’ Antwoordde het meisje heel boos. ‘Hahaha!’ Antwoordde Joris, en hij liep rustig weg van het meisje, nog steeds lachend. Hij belde aan bij het huis van Kelsey, zijn geliefde. Ze woonde in een groot penthouse. Het was groot en prachtig wit. Het had 5 verdiepingen en er waren meer dan 40 kamers. Aan het begin verdwaalde hij als hij naar de wc moest, maar inmiddels was hij er aan gewend en kende hij het hele huis uit zijn hoofd. Hij kwam er minstens 2x per dag. Kelsey deed open, ze zag er zo als gewoon uit, maar toch gewoon beeldschoon in Joris zijn ogen. Ze droeg een fleurig rokje, met verschillende kleuren. Paars, blauw, oranje, groen, geel en nog veel meer kleuren. Haar topje zat ook vol verschillende kleuren. En groot in het midden met fleurige letters stond love jouw! Het leek wel speciaal voor Kelsey gemaakt want het kleurde zo goed bij haar karamel kleurige haar en haar ligt roze huidje. Er staarde een mooie glanzende glimlach van haar gezicht. Ze liet hem binnen en ze liepen zonder wat te zeggen naar de kamer van Kelsey. In de kamer van Kelsey  begonnen ze te praten. ‘Wat fijn dat je zo snel kon komen. Ik miste je al.’ En Joris antwoordde daarop: ‘Ik miste jouw ook heel erg liefje. Ik vind het gewoon heel erg fijn om bij je te zijn. Ik kan niet zonder jou.’. ‘Ah, dat is lief.’ Ze zette haar grootste glimlach op. In haar ogen glinsterden sterren en Joris keek daar in. Wat was ze toch knap. Hij had geluk gehad dat zij hem leuk vond en niet gestoord, want dat vonden de meeste meisjes. Kelsey zelf verstoorde zijn dromen met een vraag, een begin dan. ‘Morgen, isse ehh.... dat… eeh schoolfeest. Heb je er zin in?’ ‘Eeh… ja tuurlijk… heb jij al iemand??? Ik niet.....’ Antwoordde Joris. Kelsey glimlachte breed. ‘Bedoel je dat je mij mee vraagt? Nou ik wil, heel graag.’.Joris werd blij. Kelsey had nog niemand! Dat was een wonder. Hij was laat met vragen want hij had het lang uitgesteld, hij durfde niet. Hij dacht dat Kelsey allang iemand had, zij was het populairste uit de school! En nog knap ook. Zelf was hij ook al een paar keren gevraagd door meisjes. Maar die waren allemaal niet de goede. Zelf was hij ook best populair, hij was knap, en dat was een wonder hier. De meeste jongens waren nerd’s. Daarom was hij vaak gevraagd door de knappe maar ook lelijke meisjes. De meeste meisjes pikten het niet dat hij ‘nee’ zei. Maar ze bleven meestal maar 2 dagen boos op hem. Kelsey keek uit het raam. Het leek alsof ze gespannen leek. Joris zag dat en zei: ‘Is er wat? Ik zie dat je gespannen bent.’. Maar Kelsey schudde haar hoofd. ‘Er is niks aan de hand, nou eigenlijk wel. Mijn beste vriendin was op safari in Amerika en ik zag op het nieuws dat precies in het gebied waar zij was een nieuw soort dier was gevonden. De Karcling.’. ‘De Karcling? Wat is dat voor een ding?’. Antwoordde Joris met ook een gespannen gezicht nu. ‘Ze zeggen dat dat misschien wel het gevaarlijkste dier ter wereld is. Hij eet mensen in 1 hap op en hij… hij, is op zijn grootst 15 meter lang.’ Ze slikte even ‘En op zijn kleinste 13

meter.’. Joris sperde zijn ogen wijd open, dat meende ze niet! ‘Dat meen je niet!’. Joris gezicht trok wit af. Onee! Hij kende haar vriendin dan niet, maar toch hoorde hij het idee van dat er Karcling’s (wat was het meerboud eigenlijk) in een bos doorbrachten bij de beste vriendin van zijn vriendinnetje verschrikkelijk! ‘We moeten haar ophalen! En snel ook!’ Zei Joris. Kelsey sloeg haar ogen neer. ‘Dat gaat niet lukken ik weet dat er geen vluchten naartoe gaan.’ ‘Maar hoe komt je vriendin er dan?’ Vroeg Joris. ‘Daarvoor waren ze nog niet gezien. En ze dachten dat er niemand op dat eiland meer was. Maar nee. Lizz is er nog. Dat weet ik zeker, vraag me niet waarom ik dat weet, ik weet het gewoon.’. Joris staarde uit het raam. Wat moest  hij nu doen? Hij wou haar helpen. Toen hoorde hij een snik. Het was Kelsey. Ze huilde. Joris kwam naast haar zitten en sloeg een arm over haar schouders. Hij staarde nog even naar buiten. Hij had het gevoel dat zijn hart brak.

Joris liep naar huis. Het was geen gezellige middag geworden. Ze hadden samen zitten huilen. En nu moest hij zich omkleden voor  het feest vanavond. Thuis deed hij de deur open en stapte naar binnen. Er was iets verandert, hij voelde het gewoon. Er was iets, miste er wat? Nee…. Er was wat bijgekomen… Hij keek rond maar zag niks bijzonders. Hij liep naar de kleding kast waar hij zijn smoking pakte. Toen zag hij wat er bij was: een schrift. Oftewel, een dagboek. Hij greep er naar, maar het sprong weg! Hij keek zijn ogen uit. Een dagboek dat leefde?! Dat moest hij te pakken krijgen! Hij sprong achter het dagboek aan, maar het dagboek  ontweek hem steeds lenig. ‘Kom hier dagboek! Kom hier!’ Riep Joris de hele tijd. Het dagboek sprong over de tafels, stoelen en nog meer meubilair. Joris sprong daar achteraan waardoor er van alles brak of viel. Dat kon Joris niet schelen. Hij huurde wel een schoonmaakster in. Arg! Hij moest en zal het dagboek moeten vasthouden, en ook lezen. Hij dreef het dagboek in een  hoek maar het dagboek was niet dom en ontweek alle bewegingen en sprong over Joris heen. ‘Shit!’ Riep Joris hard, hij had nog amper tijd. Hij moest zich snel klaarmaken voor het feest. Hij moest het dagboek maar laten en vanavond misschien pakken. Hij deed zijn smoking om en zocht op internet hoe je een stropdas om moest doen en opeens was hij verandert in een zakelijke man die naar een rechtszaak ging. Hij zag dat het dagboek nog steeds rondsprong zodat ie niet onverwachts gepakt werd. Hij zuchtte heel even diep en liep toen de deur uit. Het was koud en vochtig. Hij nam een grote hap lucht. Hij vond het een grote sjok met de vriendin van Kelsey en hij wou haar zo graag helpen. Maar hoe kwamen ze er? Hij liep over de stoep met zijn handen in zijn broekzakken en schopte af en toe een steentje weg. Hij kwam steeds dichtbij school en hij voelde zich ellendig, en elke stap die hij maakte, maakte hem nog ellendiger. Hij kwam aan bij school en hij  had het gevoel dat zijn hard uitscheurde. Hij voelde zich nu echt verschrikkelijk. Hij zuchtte diep voordat hij de school binnenging. Daarna stapte hij de school binnen. Was er binnen iets dat hem afkaatste? Hij werd echt heel erg misselijk en voelde dat zijn maag ineen kromp. Maar hij liep gewoon door. Wat moest hij anders doen? Niet komen en zeggen tegen Kelsey dat hij ziek was. Dat was de slechtste smoes ooit. Want het was niet waar, en Kelsey had het altijd gelijk door als je loog. Maar ziek was hij niet. Het was iets anders, er zat hem iets dwars, maar wat? Hij had echt geen idee. Opeens begon hij te rennen, naar het feest lokaal. Hij zag de lichten al. Hij kwam dichterbij, terwijl hij steeds meer voelde dat zijn maag verkromp. Hij begon te kokhalzen, maar bleef gewoon doorrennen. Daar was het. Het feest was al volop op gang. Hij zag spetterende lichten er zijn beste lied stond op: Dynamite van Taio Cruz. Hij begon gelijk te zwingen en er kwamen wat meisjes bij hem flirtte. Zijn maag vouwde zich weer uit elkaar. Hij voelde alsof hij alles aankon! Hij keek rond en zag zijn beste vriend, Rhys. Hij knikte naar hem en kwam naar hem toe. ‘Heey Jor ben je er ook! Cool, is Kelsey er niet?’ Zei Rhys. ‘Eey Rhyso, ja ik ben er ook, haha, en Kelsey heb ik nog niet gezien, ik ben er net.’ Antwoordde Joris half lachend. Hij sloeg een arm over de schouder van Rhys, ‘En Lotte? Die heb ik ook nog niet gezien, is die er wel?’

‘Nee ze is met haar ouders drie weken weggegaan.’ Rhys keek somber toen hij praatte. ‘Echt?! Had ze dat niet even kunnen zeggen, ik vond ’t al zo raar dat ze niet meteen op me af zal komen rennen. Dat had ik verwacht. Dat doet ze normaal!’ Joris knipoogde. Daar kwam Kelsey aan, ze zag er prachtig uit. Ze had een beeldschone witte jurk aan met allemaal figuren die een beetje door schrijnde maar ze had er wat onder (gelukkig). Ze had grote naaldhakken van 7 centimeter lang. Dat ze daar op kon lopen! Maarja, dat was wat vrouwelijks. Hij liep naar haar toe. Ze waren nu bijna even lang. Ik kwam nog net boven haar uit. Ik legde mijn armen om haar nek en zoende haar innig als begroeting. Kelsey omarmde me daarna nog, ze zag er ongelukkig uit, hij wist al hoe dat kwam, maar begon er niet over. Opeens hoorde hij iemand gillen! Het was Kim, van de schoolkrant. Ze had een foto weten maken van mij en Kelsey toen we aan het zoenen waren. Het kon  hem niks boeien, het was zijn vriendin en zo kon  niemand haar afpakken, en zo dacht Kelsey daar ook over, dat wist hij zeker. ‘Wil je wat drinken schat?’ Vroeg ik aan Kelsey. ‘Ja! Ik wil graag een wijntje.’

Ik keek verbaast op, Kelsey? Die alcohol dronk, dat was vreemd, er was iets aan de hand. Hij liep naar een tafel waar alle drank stond. Hij pakte een flesje bier en een glas wijn en kwam terug bij Kelsey. Ze lachte breed, maar in haar ogen was niks te zien, die bleven treurig voor zich uit kijken. Opeens kromp zijn maag weer ineen. Dit keer ging het te ver. Hij liep naar het toilet en spuugde. Hij moest echt naar huis. Hij zei Rhys en Kelsey snel nog even gedag en rende toen snel naar huis, waar het dagboek op hem wachtte....

Het dagboek keek naar hem, en hij keek vijandig terug. Hij greep naar het boek, en hij had het! Niet te geloven het sprong niet eens weg! Hij deed het dagboek open en bladerde, toen zag hij van wie het was. Kelsey’s beste vriendin Lizz!

Hij bladerde en kwam toen bij een hoofdstuk vakantie en hij las het:

 

Hee mezelf!

Ik ga op safari!!! YES! Ik ben zo, zo, zo blij!!!

Ik ga me daar super vermaken! En coole dieren zoeken en opvoeden en heel erg veel, blablabla.

 

Hij zocht verder, dit was niks. Toen zag hij een hoofdstuk gevaar:

 

Ik zit hier nu, in Amerika, midden op een eiland, helemaal alleen, nou bijna dan. Ik zit samen met De Karcling. Alle vluchten zijn geannuleerd, dus er komen ook geen vliegtuigen meer hierheen! Ik zit hier opgesloten en ik word opgegeten door die Karcling! Als iemand dit ooit leest, ik hou van jullie, en ik mis jullie.

 

-xxx- Lizz

 

O nee! Het is dus echt waar! Lizz zit nog in Amerika! Hij las het hele dagboek door maar er was verder alleen over liefde en shoppen met Kelsey. En nog veel meer geblablabla. Hij pakte het dagboek in zijn armen en stapte in zijn bed, hij sliep slecht. Erg slecht en droomde over Lizz die opgegeten werd. Het was zo’n eng gezicht, want hij werd al vroeg wakker. Ook had hij lopen kotsen vannacht, want dat merkte die toen hij wakker werd. Er lag overal kots, en hij verbaasde zich erover dat hij daardoor had kunnen slapen! Hij deed zijn kleren uit en ging naar de douche. De pyjama gooide hij in de was. Toen sprong hij onder de douche. Zo dat hielp! Hij was erg opgefrist na de douche. Nu zijn bed nog, dacht hij. Hij liep naar zijn kamer en er hing een zure lucht. Gatver! Hij pakte een doek en een emmer en begon het schoon te maken. Na een tijdje rook het al beter en zijn dekbed was weer schoon. Zelf rook hij ook al beter want hij had nog een keer gedoucht en toen nog volop aftershave op gedaan. Hij sms’te Kelsey:

 

Hey Kelsje lief ☺,

Ik kom naar je toe, ik moet wat met je bespreken.

-xxxxxxx- je lieveling

 

Meteen kwam er een sms’je terug:

 

Hey liefie,

Ik bereid me er op voor, ik verheug me nu al.

-xxxxxxx- je schattie ♥

 

Hij liep naar beneden met het dagboek in zijn hand. Hij greep naar de deurhendel en stapte naar buiten. Daarna deed hij de deur op slot. Hij liep een eindje door het park. Toen kwam hij bij het o zo bekende huis van Kelsey aan. Hij belde aan en Kelsey’s butler deed open. ‘Hallo, ik heb een afspraak met Kelsey.’ Zei ik beleefd tegen de butler. ‘Naam?’.  ‘Mijn naam is Joris.’. De butler knikte. Hij kende hem wel. Hij drukte op een knop en Kelsey kwam er meteen aan. Kelsey wuifde dat de butler weg mocht gaan en sleurde Joris mee naar haar kamer. ‘Ik heb je heel erg gemist schat.’ En terwijl Kelsey dat zei gaf ze een kus op mijn wang. Ik bloosde. Was dit wel het goede moment om Kelsey aan haar verdriet te laten denken? Alsof Kelsey zijn gedachte kon lezen verstijfde haar blik en keek ze met tranen in haar ogen uit het raam. Ik pakte het dagboek uit mijn tas en liet hem aan Kelsey zien. ‘Wat is dat? Een dagboek?’ Vroeg Kelsey. ‘Mmm, ja dat klopt. En niet van zomaar iemand. Iemand die Lizz heet.’ Bracht Joris uit. Kelsey’s ogen vulde zich met tranen en ongeloof. Dit kon niet waar zijn toch!? ‘Die had ze mee genomen!!! Ik weet het zeker!!! Waarom is het nu bij jouw?!’ Riep ze, niet van boosheid maar van overspannenheid. Mijn ogen brandde door mijn huid heen. Wat moest ik doen? Ik omarmde Kelsey met tranen in mijn ogen. Ik pakte het dagboek en liet het stukje met het verhaal over De Karcling. Toen Kelsey het had gelezen begon ze nog harder te snikken. ‘Wat.... Wat.... Wat moeten we doen?’ Snikte Kelsey. ‘We moeten wat doen, maar wat?’. Joris keek Kelsey aan. Haar altijd lieve gezichtje was betraand en nat. ‘We moeten er heengaan.’ Zei Joris vastberaden. Hij bladerde door het dagboek en kwam bij een hoofdstuk ‘‘Vliegtuig bouwen in 3 uur‘‘ hij las meteen (in zijn hoofd). Je hebt 3 zeilen nodig van 300x300x300, metaal, lijm en dit geheime ingrediënt. De drank achterin dit dagboek. ‘Kelsey! Heb jij zeil?! En metaal en lijm!?!’ Riep Joris bijna van blijdschap. Er was hoop!!! ‘Mmm, het valt te kopen, hoezo?’ Zei Kelsey treurend en verbaast dat Joris zo enthousiast deed. Hij liet de bouwplaat zien en Kelsey keek opeens super blij en sprong op. ‘Snel halen die dingen!!!!!’ Riep ze. Ze gingen snel op weg en binnen een half uurtje hadden ze alle spullen bij elkaar gekocht. Toen gingen ze aan de slag. Lijntje hier, metaal daar, lijm scheut daar, scheurtje maken hier. Zo ging het door. Op het laatste hadden ze een tweepersoons vliegtuig. Alleen, kom het vliegen? Nu nog niet, die drank moest erover heen. Ze tilde het vliegtuigje naar beneden. Toen klommen ze erin. Er was een stuur. O nee!!! Niemand kon dat ding besturen. Of??? ‘Joris, die drank moet er nog op.’ Zei Kelsey met haar honingzachte stem. Joris keek naar het stuur. Er zat in het midden een gat. In een vorm van dit vliegtuig. Hoe zou dat komen? Hij pakte het flesje drank en keek naar de gebruiksaanwijzing waar je het in moest gieten. Hij zag dat het ergens voorin het vliegtuig moest. Dat vliegtuiggat! Joris liep naar het stuur en goot het flesje daarin leeg. Kelsey was ondertussen naar boven gegaan om haar rugzak met eten, drinken en nog meer overlevingspakketten. Ook had ze een mes mee, om De Karcling te doden. Het moest, hoe angst en jagend het ook klonk. Kelsey rende de trap treden af en kwam naar Joris toe. ‘Ga jij je spullen halen, ik pas wel op het vliegtuig.’. Joris gaf Kelsey een zoen en rende toen naar zijn huis. Hij pakte daar een tas en stopte daar zoveel hij zag in. Schone kleren, eten, snoep, drinken, twee parachutes, zijn zakmes en nog vee l meer. Hij wou naar de deur lopen maar keek achterom. Er waren twee dingen die hem te binnen schoten. Hij zou dit huis misschien nooit meer zien. Hij rende naar de keuken en pakte ‘Het Mes’. Het was een legende die al jaren speelde in de hele wereld. Niemand wist waar het was, wie het bezitten of wie er wat van wist. Alleen Joris. Hij bezat het al zijn hele leven. Al 18 jaar dus. Eerst was hij van zijn ouders en hem. Dat was 15 jaar lang zo geweest. Mijn vader had hem opgedoken in de Atlantische Oceaan. Dat was zijn werk. Duiken. Hij dook een keer alleen, en niet met een ploeg en vond dit mes. Het Mes. Hij wou niet dat de wereld het terugvond dus hield hij het. Niemand mocht weten dat wij het in bezit hadden. Toen kwam vader thuis en liet Het Mes aan mijn moeder zien, die er geschrokken naar keek. Vader legde uit hoe hij er aan kwam en dat hij wilde dat niemand wist dat Het Mes nog bestond. Toen was Joris nog niet geboren. Hij werd geboren toen ze Het Mes een jaar in bezit hadden. Precies een jaar. Geen dag of nacht later. Ze waren zo gelukkig, toen. Maar op zijn 15e verjaardag overleed zijn vader doordat er een beest was gesignaleerd in zee. Het heette De Kirckel. Ja, het leek best op De Karcling, dacht Joris. Mijn moeder had zoveel verdriet dat ze in coma raakte, en ook overleed. Niet veel mensen wisten dat hij alleen woonden, en toen dacht hij aan de ontmoeting met de vrouw. Het was vreemd. Niks leek op Kelsey van haar. De ogen van haar waren donker en die van Kelsey waren hemelsblauw. De mond van de vrouw was rechthoekig en die van Kelsey rond. De wangen van de vrouw waren plat en vol blauwe plekken en sproeten, maar die van Kelsey waren bol met altijd een roze laagje make-up. Zo kon je nog wel even doorgaan. Toen drong het tot hem door dat hij Het Mes nog steeds vast had en dat hij zat te staren naar het raam. Hij rende naar de deur en deed hem op slot. Shit, zijn mobiel. Hij ging nog snel naar binnen om zijn mobiel te halen en vertrok toen echt. Kelsey stond te wachten op hem. Ze keek verschrikt naar Het Mes, die Joris in zijn hand hield. Diezelfde blik had zijn moeder gehad toen ze Het Mes zag. Joris kreeg tranen en Kelsey bracht moeizaam uit: ‘Hett.... Hett.... Mes..... leeft nog?’. Ze zag dat Joris begon te huilen. ‘Heb jij dit al heel je leven in je bezit? Waarom weet niemand daar van, ik bel nu de politie, dit is wereldnieuws.’. ‘Nee!!! Niet doen Kels, dit deden we expres. Zodat iedereen dacht dat Het Mes niet meer bestond, en er geen domme onderzoeken naar gedaan werden. Het is ons gelukt daarmee, nu moet ik het nog gebruiken, voor De Karcling.’ Zei Joris met een nat gezicht. Kelsey keek haar ogen uit. Ze snapte het. Joris was altijd al een ‘’Ik wil niet in het spotlicht staan’’ type. Toch was ze nog niet helemaal overtuigd, en dat zag Joris. ‘Het gaat ook onze vlucht vertragen, en misschien ook wel annuleren.’ Zei hij. Dat hielp veel want Kelsey duwde opeens het vliegtuigje door de achtertuin naar buiten. Ze stapte in en Joris trok aan de hendel en hij moest inspreken waar ze naartoe gingen. ‘Kels? Hoe heet het eiland?’ Vroeg Joris. ‘Kakamoero, ik weet t’ echt een gestoorde naam, ik heb het niet verzonnen hoor!’ Antwoordde Kelsey. ‘Kakamoero.’ Zei Joris tegen de motor van het vliegtuig. Het vliegtuig startte en begon te vliegen. En nog snel ook! Kelsey keek nog eens aandachtig naar Het Mes en vroeg toen voorzichtig: ‘Mag ik misschien Het Mes vasthouden?’. Joris knikte, ‘Jij wel.’ Terwijl hij dat zei knipoogde hij. Kelsey pakte Het Mes voorzichtig aan en keek er goed naar. Het was ongetwijfeld Het echte Mes. Er zaten tekens op uit alle landen. Het was zo scherp als je het al aanraakte kreeg je een ernstige wond. Het lag bij iedereen lekker in de hand. Wauw, dit was echt prachtig. Kelsey sloeg er een beetje mee rond. Wauw! Dat was echt geweldig. ‘Wauw Jor! Wat is dit een vet ding!!!’

‘Ja he! Echt fantastisch!!!!!’ Kelsey stond op en pakte haar tas, ze pakte er een rol ijzerdraad uit. Ze pakte ook een stuk karton. Ze legde het mes op het karton en ze begon het karton eromheen te vouwen. Ze had nu een soort bakje voor het mes. Toen pakte ze het ijzerdraad en begon het om het karton te wikkelen. Joris keek vragend. Wat ging zij nou weer doen? Hij wachtte, het kwam zo vast wel. Maar antwoordt kwam niet snel. Na een uur draaien met het ijzerdraad was ze nog bezig. Toen zei Joris het eindelijk: ’Waar ben je mee bezig?’. Kelsey begon te giechelen. ‘Heb je het nou nog niet door? Ik maak een hoesje voor je mes, die kan je aan je riem hangen.’. Joris knikte. Dat kon wel van pas komen, dacht hij. ‘O, haha. Lukt het?’ Vroeg hij toen. Waarop zei antwoordde: ‘Gaat wel, hij is bijna af, alleen nog een haakje, dan heb je een beschermding. O, en er moet nog een stofje in, anders beschadigt het mes.’. ‘Goed punt.’ Terwijl hij dat zei knikte hij enthousiast. Eindelijk was ze klaar met het ijzerdraad. Ze liep naar haar tas en legde het zorgvuldig terug, nadat het teruggelegd was pakte ze uit haar voorvak allemaal stofjes. Ze ging naast Joris zitten en sloeg haar arm over zijn schouders. ‘Welke kleur vind je het mooist, lieverd?’. ‘Die groene, die is prachtig, hij laat me aan jou ogen denken.’ Zei hij macho-erig. Kelsey begon te blozen en pakte de groene stof. Toen haalde ze het karton eruit. Ze pakte het volgende moment de stof en vouwde hem zorgvuldig in de juiste vorm. Daarna deed ze de stof erin. Ze pakte het mes van de grond en stak het erin. Het was de perfecte maat. Ze pakte de haak en knipte hem aan Joris zijn broek. Toen gaf ze hem een zoen. ‘Staat je cool!’ Na de zin knipoogde ze. Op dat moment sprak het vliegtuig: ‘We zijn geland. Ik herhaal: We zijn geland.’ Het vliegtuig stopte. Hij pakte Kelsey’s hand en zette de eerste stap naar buiten. Toen de tweede. En al gauw stond hij helemaal buiten. Het leek een gewoon eiland, geen gevaar, mens of dier te bekennen. Je hoorde alleen wel vogeltjes fluiten gek genoeg. Maar ook zagen bos, en een mooie blauwe hemel, met af en toe een verdwaalt wolkje. Joris hield nog steeds Kelsey’s hand vast en liep samen met haar het bos in, waar een smal paadje liep. Toen voelde Joris een steek in zijn hart en struikelde over een uitstekende tak. Hij viel met een smak op de grond. ‘Auwwwwwww..... aaauuuuwww.’ Kreunde hij. Er liep een straaltje bloed bij zijn oog. Waarschijnlijk was de tak daar precies onder gekomen en had dat invloed gehad op zijn oog. Kelsey slaakte een kreet en pakte zijn hand die losgelaten was. Ze tilde hem op en legde hem voorzichtig in een struikje bladeren. Ze pakte een zakdoekje uit haar tas en veegde het bloed van Joris gezicht. Joris kreunde nog erger en begon te tegen stribbelen en woelen. Daardoor begon zijn oog nog erger te bloeden. ‘Stop Joris!!! Stop, het woord alleen maar erger.’ Terwijl ze dat zei begonnen haar ogen te tranen. Tot slot viel Joris mes uit zijn schede en viel ook op zijn teen, die uit zijn sandaal stook, en die begon hevig te bloeden. Kelsey pakte het mes snel op en pakte een van de stofjes en legde die snel op de teen van Joris. Kelsey werd paniekerig. Wat moest ze doen?! Joris kwam vast bij, maar ze was toch vol paniek. Opeens werd Joris wakker. Alsof het uit een droom was. Helemaal opeens. Hij voelde zich opeens weer helemaal top. Zijn oog bloedde nog steeds maar hij merkte er niks van. Kelsey zat te huilen, met haar handen voor haar ogen. Joris stond op en keek naar haar. Ze merkte niks van dat hij opstond. Hij ging op gelijkte hoogte met haar zitten en zoende haar. ‘Hee, wat is er?’ Vroeg hij. Kelsey keek op en gaf hem een knuffel. Joris stond op, terwijl Kelsey hem nog omarmde. Toen rende hij verder het bos in. Twee paar ogen keken hen langzaam na....

Kelsey en Joris liepen verder, steeds verder het bos in. Het werd steeds donkerder. Op een gegeven moment werd het zelfs eng. ‘Kels, ik hoor wat.’ Zei Joris. ‘Ik niet.’ Gaf ze als antwoordt. ‘Nu hoor ik het weer Kels, luister eens goed.’. ‘Ik hoor nog steeds helemaal niks, lief, het is vast een aap ofzo.’. Joris knikte. Het kwam inderdaad van boven. Hij pakte zijn mobiel uit zijn zak en ging naar het internet. ‘Jor, het is nu geen tijd om een spelletje te spelen.’ Zei Kelsey. ‘Wacht nou.... Mmm.... Je hebt vast gelijk, het is een aap.’. Ze liepen verder en ze raakten steeds zenuwachtiger. Een tijdje na de geluiden (die Joris had gehoord), vonden ze wat. Er lag midden op t pad bloed. Met takken erop. De takken gaven de zin:

your approaching death.

Het was geen geweldige tekst om je te helpen minder zenuwachtiger te worden. ‘Niks van aan trekken Kels.’ Stotterde Joris. ‘Nee, doe ik niet.’ Antwoordde Kelsey heel zenuwachtig waardoor je totaal niet geloofde wat ze zei. Ze pakte trillend zijn hand. Ze liepen stapje voor stapje verder, het dichte woud in. Toen was het stil. De vogeltjes hielden op met fluiten en je hoorde alleen de wind zachtjes suizen door de bladeren. Het was een eng spookgeluid. Kelsey stopte waardoor Joris ook stopte. Ze keken elkaar aan en dachten precies hetzelfde. Kelsey was de eerste die het tegen hem zei: ‘Ik voel me hier niet goed, ik wil hier weg, nu.’. Op het moment dat Joris wou antwoordden stond er een kring reusachtige wezens om hun heen. Het leek nog het meest op een aap met stekel haren en tanden van een gorilla. Nou eigenlijk leek het daar helemaal niet op. Het was minstens twaalf meter hoog, en kwa breedte konden er ongeveer zes normale mensen in. Kelsey keek er met grote ogen naar. Waar leek het in godsnaam op?! Er hing slijm uit hun mond (of eigenlijk bek), dat elke stap dat ze dichterbij kwamen een stukje naar beneden schoot. Joris voelde dat Kelsey hard in zijn hand kneep, en hij kneep terug. Dit was het engste moment van zijn leven. Hij keek naar de wezens, nog zo’n tien meter te gaan en ze konden ons met open mond opeten. Dit was dus De Karcling, dacht hij. Inderdaad niet zo’n gemakkelijk ding. Dat had hij gelezen op internet: De Karcling is geen gemakkelijk ding………………… en nog meer geblablabla. Nog zes, nee vijf, of vier meter! Dan was het geweest. Kelsey begon hem te omhelzen en begon heel erg te huilen. Dit was hun einde. Lizz was natuurlijk allang dood, net als hun straks. Nog twee meter, dus nog tien seconden. Dan was hun leven voor bij....... ‘HEE!!! DURF JE WEL, TEGEN IEMAND DIE KLEINER IS!’ Hoorde Kelsey en Joris (en De Karcling). De Karcling draaide zich verstoord naar waar het geluid vandaan kwam om. Kelsey opende haar ogen en keek net als De Karcling waar het geluid vandaan kwam. Bovenin een boom zat Lizz, vastgeknoopt aan een touw. Ze klom naar een brede tak, die goed uitstak over hun heen. Ze liep erover. Nu zat ze ongeveer boven Joris, die zijn ogen nu naar boven richtte. Lizz leek ontspannen, terwijl ze natuurlijk stijf van angst stond. Dat kon Lizz heel goed verbergen, vond Kelsey altijd. Lizz was een mager figuur en had altijd een beetje blosjes. Van die gympakjes stonden haar zo mooi! Ook nu had ze een gympakje aan. Ze was ook erg lenig en in de gympakjes die ze had durfde ze alles (zei ze). ‘BLIJF VAN ME VRIENDEN AF JA!’ Riep ze tegen De Karcling. Toen De Karcling haar aan bleven staren vond ze het wel lang genoeg geduurd en ze sprong van de tak naar beneden, boven op een van De Karcling. De Karcling viel op een andere Karcling die ook weer viel op een andere, zodat dat domino dee veroorzaakte. Joris  en Kelsey twijfelde geen moment en rende snel naar de boom waar ze omhoog gehesen werden door Lizz die zichzelf alweer naar boven had gewerkt. ‘LIZZ!!!! I luf joe! Wat heb ik je gemist schat! Je bent onze redder!!’ Zei Kelsey, en toen omhelsde ze Lizz hevig. Lizz gaf Kelsey en Joris een touw en wikkelde die om de boom. Als ze nu vielen, raakte ze net de grond niet. Lizz antwoordde: ‘Ik heb je ook gemist lieverd!!! I luf joe to!’ en terwijl ze dat zei gaf ze Kelsey een kus op haar wang. Joris gaf ze een hand, ‘Hoi, jij ook hier?’. ‘Ja, ik ben hier ook, fijn dat je ons geholpen, eeeehm, gered hebt.’. Lizz glimlachte, ‘Geen probleem, die houden zich wel even rustig. Kelsey keek omlaag. ‘He? Ze zijn weg!’. ‘Ja klopt, ze laten zich omsmelten in de grond en kunnen dan zonder iets te horen zich verplaatsen.’ Antwoordde Lizz daarop. ‘Vreemd, maarja. Hoe weet jij zoveel over De Karcling?’. Lizz werd rood. Blijkbaar had ze wat voor zich gelaten toen ze wegging naar Amerika. ‘Eehm, ja... dat zit zo, ik ben hier speciaal voor hun naartoe gekomen, om... eeehm, mja, om ze te onderzoeken.’ Zei Lizz. Kelsey’s mond viel open. ‘Je hebt WAT gedaan?!?! DAT MEEN JE NIET!’. ‘Eehm, ja eigenlijk wel.’. ‘WAT TE FUCK! We zijn hier speciaal heen voor jou te redden, en in je dagboek stond.....’. ‘Ja klopt, in mijn dagboek stond dat ik hier weg wou, maar ik heb toch helemaal niet gezegd dat ik wil blijven nu. Ik wou het als onderzoek doen, ik ben helemaal van gedachte verandert sinds ik ze gezien heb. En me dagboek is dus aangekomen, mooi dan heb ik een nieuw dagboek ontworpen, het verzend zichzelf. YES.’. ‘O, ja daar had ik niet aan gedacht.’ Zei Kelsey een beetje beduusd. Lizz sloeg een arm om Kelsey heen, ‘Hee joh! Maakt niet uit meid, ik herken je helemaal niet!’. Er glinsterden tranen in Kelsey’s ogen, toen werden die glinsterende tranen ontbloot aan de huid. Kelsey’s lieve gezichtje werd nat. Ze ging zitten op de tak, waar Joris al op zat, met zijn hoofd naar beneden. Lizz ging naast Kelsey zitten. ‘Zullen we maarnaar het vliegtuig gaan dan.’ Vroeg Joris. De meiden keken elkaar aan. ‘En DKVC dan?’ Vroeg Kelsey. Joris keek haar niet-begrijpend aan, en Lizz snapte er ook niks van maar liet dat niet merken. ‘De Karcling Vermoord Club?’.  Lizz en Kelsey giechelde en Joris snapte de humor er niet van. Meiden humor, dacht Joris.

De meiden giechelden de hele tijd en Joris werd het een beetje zat en zei toen: ‘Hee meiden, zullen we naar het vliegtuig gaan?’. De meiden stopte met giechelen en keken Joris aan. ‘Hoe wil je dat doen Joris? Als we een stap op de grond staat worden we opgegeten!’ Zei Lizz. Joris twijfelde. Zal hij dit wel zeggen? Het was gevaarlijk, en niet speciaal zijn talent. ‘Mjaa... ik dacht eigenlijk aan, via de bomen, van boom naar boom.’. Lizz knikte. ‘Ja kan... ik weet niet of ik het kan. Ik ben uit vorm. Joris knikte. ‘O, ik ben er ook niet zo goed in.’. ‘Kels, kom je mee.’. Kelsey stond op en ze slingerden al gauw van boom naar boom. Joris dacht het plan helemaal uit. Ze zouden vanaf de laatste boom op het vliegtuig dak naar het vluchtluik naar binnen gaan en zouden opvliegen. Het kon vast wel drie mensen houden. Toen ze bij de laatste boom waren zagen ze het vliegtuig. Vernield. Het was helemaal stuk. Van schrik viel Kelsey  uit de boom! Dit had ze blijkbaar echt niet verwacht. Joris greep naar Kelsey maar het was al te laat. Ze lag op de grond. ‘SHIT!’ Riep Joris. Er kwamen grote gestaltes uit de grond. En toen brak er brand uit! Er was een lek bij het vliegtuig en de magische drank viel op planten en daar brak brand uit. De grote gestaltes (De Karcling) deinsde bang terug. Hun angst! Het was vuur! Kelsey stond op en was duizelig. Er stroomde een straaltje bloed uit haar voorhoofd. Ze legde haar hand erop en probeerde Joris zijn hand te pakken. Toen ze hem bijna had viel Joris ook uit de boom, wat minder hard dan Kelsey. Hij stond zo snel mogelijk weer op en zag dat De Karcling verdwenen was. Lizz klom lenig de boom uit. Ze was weer in vorm. Ze gaf Kelsey een knuffel. ‘Gaat het meid?’. Kelsey bleef stil. Ze kon haar ogen niet geloven. ‘De... de…. Angst van De Karcling! Is vuur!’ Bracht ze uit. ‘Ja, we hebben het gezien meid.’. Kelsey kreeg een plan. ‘Joris! Heb jij het mes nog?’. Joris knikte en wees naar zijn mes. ‘Mag ik hem?’ Bevoel Kelsey meer dan dat ze het vroeg. Joris gaf het mes aan Kelsey die het aanpakte. Ze keek er een keer goed naar en hield het toen in het vuur. Het Mes begon te branden. ‘KELSEY!? WAT DOE JE!?’ Schreeuwde Joris. ‘Het scherpste mes ter wereld kan heus tegen een fikje hoor.’ Zei Kelsey kalm. Joris kalmeerde een beetje en snapte het plan opeens. ‘Wil je echt.........’, hij werd onderbroken door Kelsey: ‘Tuurlijk, het is het enige wat we kunnen doen.’. ‘Lizz, mag ik je dagboek?’ Vroeg Joris. ‘O, ja hoor.’. Ze gaf het dagboek aan Joris en zei hoe je een bericht moest versturen. Joris zette de verzender op ‘Hele wereld’ en klikte een bericht. ‘De Karcling heeft angst voor vuur.’ En hij verstuurde het. Kelsey doofde ondertussen het vuur. Meteen kwamen De Karcling op ons af. Kelsey gaf het mes aan Joris. De grootste Karcling kwam op Joris en de rest nam de meiden. ‘Laatste kans!’ Riep Lizz. ‘BLIJF VAN ME VRIENDEN AF!’. De Karcling reageerde er niet op en liepen op ons af. ‘Joris nu.’ Siste Kelsey. Joris stak in een van De Karcling die meteen dood neerviel. Hij deed het nog een paar keer, en toen stond alleen nog de grootste Karcling voor ons. Joris wou net toesteken toen er achter De Karcling nog meer Karcling opdook. ‘JORIS NU!!!’. Joris stak in de leider waardoor de andere Karcling naar ons toe kwamen en ons dood krabden. Ze hadden genoeg gedaan. Ze stierven met z’n drieën. En ze hadden de wereld laten weten dat De Karcling’s angst vuur was. Tot slot hadden ze de grootste Karcling gedood. Dat was wat Joris wou bereiken met zijn leven. Met zijn vrienden sterven was het belangrijkste van zijn leven. Het gaf hem hoop.

 

This free website was made using Yola.

No HTML skills required. Build your website in minutes.

Go to www.yola.com and sign up today!

Make a free website with Yola